Mama, just killed a ma... uh bird

20 februari 2018 - Cairns, Australië

(Ga er maar even goed voor zitten want dit is een lange! Moet een beetje compenseren met de vorige hè :p)

Oké. Focus. Links, links, links. Daar gaan we dan. Oké, een tegenligger. Niks aan de hand. Oh, moeten we naar rechts? Oké, richtingaanwijzer. Shit, dat was de ruitenwisser. Sorry andere auto. Ja ik moet er nog tussen met mijn meer dan vijf meter lange stationwagen. Heeft links nu dan eigenlijk voorrang? Oké, snelweg. We are really doing it!! Whaaa!

Dit is hoe de eerste paar minuten van onze roadtrip ongeveer verliepen. En ik kan je vertellen, dat was nog best spannend. In een vreemde auto, in een vreemd land, en dan ook nog eens alles omgekeerd, het stuur zit rechts en niet geheel onbelangrijk, je rijdt aan de linker kant van de weg! En ik mocht het spits afbijten. Feest. Maar gelukkig went het eigenlijk best wel snel. Een paar hartkloppingen later zaten we redelijk relaxed in onze auto, onderweg naar onze vier grote bestemmingen: Melbourne, Great Ocean Road, Adelaide en de Outback. Het avontuur kon beginnen!

De eerste dag reden mijn Duitse vriendinnetje en ik van Sydney naar Wollongong, via Kiama naar een campingspot, net iets voor Jervis Bay. In Kiama hebben we het grootste Blowhole van de wereld gezien. Alles is het grootste of het gevaarlijkste in Australië lijkt het wel. Hoe dat 'blaasgat' precies werkt weet ik niet, maar het is een soort gat in een rots, waaruit plotseling water gespoten wordt, door verschillen in druk, door de golven van de zee en de lucht in de grot, ofzoiets. Het was in ieder geval wel spectaculair om te zien. Die avond sliepen we super cool midden een bos. Op een paar andere backpackers na, was er niks. Geen toiletten, geen douches, geen stroom. Niks. Gewoon een bos dus. Lek geprikt worden door honderden muggen en plassen in de bosjes. Heerlijk. We hadden een campinguitrusting bij ons, zoals stoeltjes, een kookstelletje en een tent, maar vaak ook sliepen we met een matras in de auto. En koud dat het de eerste nachten was. Je denkt, lekker reizen in de Australische zomer, nee hoor, de eerste paar dagen hadden we gewoon nog best wel wat regen. Maarja, je kan niet alles hebben natuurlijk.

De tweede dag vertrokken we dan ook vol goede moed naar Hyams beach. Een van de stranden van Jervis Bay, wat blijkbaar het witste zandstrand ter wereld heeft. Toen we 's ochtends vertrokken moesten we weer even opstarten, even wennen weer aan het links rijden en dan ook nog in de bergen. Het was rustig op de weg dus we deden het rustig aan. Zie ik opeens in mijn achteruitkijkspiegel een auto rijden, en niet veel later besef ik dat het de politie is die ons een stopsignaal geeft. Mijn god! Ik dus de auto aan de kant van de weg zetten, uitstappen, ehhhh hello? Blijkt het een hele vriendelijke politieagent te zijn die vraagt of alles wel oke was, "because you were driving a bit slowly". Haha wat een grap, de tweede dag van de roadtrip aangeboden worden, niet omdat we te hard rijden of iets, nee hoor, iets te langzaam hahah. Kan ook echt alleen mij overkomen hè. En toen moest ik ook nog blazen. Ofja, tot tien tellen tegen zo'n apparaatje. Maar goed dat ik er niet op ging blazen San. Ach, heb ik dat ook weer eens meegemaakt. Die middag hebben we ook nog de Australia Rock gezien in Narooma. De naam zegt het al; een rots in de vorm van Australië. Ook lagen er daar wat zeehonden te chillen op de rotsen. Allemaal heel normaal hier in Australië. Overal wildlife.

De derde dag hebben we even wat kilometertjes gemaakt om in het prachtige Tarra Valley uit te komen. De Princess highway is een mooie weg waarop we heel veel gereden hebben langs de kust. Iets minder mooi was het moment dat ik een vogel dood reed. Ja echt. Ik kon hem niet meer ontwijken omdat er een tegenligger aan kwam en er een auto achter me reed. En om nou mezelf in gevaar te brengen voor een vogel, is ook zoiets. Maar ja, leuk is anders. Het ging dan ook allemaal in slow motion. De auto kwam dichterbij, de vogel reageerde niet snel genoeg, hij keek nog angstig in de koplampen, terwijl hij tevergeefs omhoog probeerde te fladderen, maar het mocht niet meer baten en ik kon niks meer doen om zijn dood te voorkomen. En toen was daar een doffe boem en begon "mama, oehoehoehoee...." zich in mijn hoofd af te spelen.

Na bijgekomen te zijn van dit afschuwelijk drama, verlieten we na een ochtend wandeling het regenwoud Tarra Valley weer. We maakten nog even een stop bij de Agnes Falls om daarna te eindigen in Wilsons Promontory National Park. Een heel mooi stukje natuur weer, wat nog niet zo toeristisch is, maar zeker niet minder mooi. Daar hebben we Squeaky Beach bezocht. En ja, dit strand kraakte dus echt gewoon als je er op liep, heel cool.

De volgende dag was het tijd voor Phillip Island. We zijn naar "The Nobbies" (een kustwandeling met een soort zeehonden) geweest én ik heb hier mijn eerste koala gespot! Niet in het wild weliswaar, maar in een Koala Conservation Centre. Op Phillip Island is alles dus wel gericht op toeristen, en hier vindt de wereldberoemde "Penguin Parade" iedere dag plaats. En ook al was het super toeristisch, dit wilden we niet missen. Je zit hierbij zeg maar op tribunes op het strand, en wacht tot en met zonsondergang, het moment dat honderden pinguïns uit de zee komen lopen. Ze hebben hun buikjes vol met vis, en zijn onderweg naar huis in de duinen, om hun kindjes te gaan voeden. Het zijn de "Little Penguins", de kleinste pinguïn soort op de wereld en een van de grootste pinguïn kolonies in Australië. Het strand oversteken is voor de pinguïns best wel een spannend moment omdat ze dan heel kwetsbaar zijn. Je ziet ze dan ook echt heel twijfelend uit de zee komen, en dan zo snel mogelijk richting de duinen waggelen. Er zijn er altijd een paar tussen die achterblijven of op de grond vallen. Je zou ze bijna willen aanmoedigen, "kom op, je kan het", alsof het een sportwedstrijd is. In ieder geval, het was heel bijzonder en gaaf om dit te zien. En ook al was het een afgebakende toeristische setting, door dit zo te organiseren kunnen de pinguïns daar wel blijven bestaan. Anders had de mens het allang vernield en de pinguïns weggejaagd. Dus we steunden hier de pinguïns alleen maar mee. Oh yeah.

De dag daarna was het zo ver, we bereikten onze eerste grote stop: Melbourne! Aangezien dit best wel eens grote stad is, kampeerden we buiten de stad. Onze camping leek wel een soort social community. Een persoon ging voor alle vaste campinggasten boodschappen halen en die werden dan onderling verdeeld. Een soort voedselbank idee. Wij hadden geluk, want er was vanalles over wat ze aan ons als skeere backpackers gaven. We zijn twee daagjes in Melbourne gebleven en hebben de standaard sightseeing (met meer dan 40 graden) dingen gedaan (O.a. Queen Victoria Market, de hipster buurt St. Kilda, en een ritje met de free city tram). Én, een kopje koffie mocht niet ontbreken, want de beste koffie van Australië vind je blijkbaar in Australië. Wat er daarnaast gezegd wordt, is dat je óf Melbourne helemaal geweldig vind óf Sydney. Ik val zeker weten in de eerste categorie. In die twee dagen voelde ik me al veel meer thuis in het artistieke Melbourne dan de drie maanden het zakelijke en toeristische Sydney. Maarja, smaken verschillen.

Vanuit Melbourne reden we toen naar de Great Ocean Road. Een hele mooie kustroute in het zuiden van Australië. Het was echt super vet om daar te rijden, met hele scherpe bochten, prachtige strandjes en hele mooie uitzichten. We hebben er drie dagen over gedaan. De eerste dag zijn we naar Bells Beach gereden en Aireys Inlet Lighthouse in Lorne. We sliepen die nacht in het Great Otway National Park. Dat was echt heel vet! Toen we aankwamen lag er zelfs een mega grote kangoeroe te chillen op het gras. Blijft bijzonder. Op dag twee stonden de Erskine Falls, Apollo Bay, Maits Rest Rainforest Walk en Wreck Beach op het programma. Dit laatste was een verlaten strand met overgebleven ankers van een (of meerdere?) schip (schepen) in het zand. De derde, en laatste dag stonden we vroeg op om de 'Twaalf Apostelen' met zonsopkomst te zien. Dit is de must see van de Great Ocean Road. Het zijn 8 rotsformaties, dus geen 12 zoals de naam je doet vermoeden. Oorspronkelijk waren het er 9, maar er is er een aantal jaar geleden eentje ingestort. Andere rotsen die we die dag hebben gezien zijn 'The Arch', 'The Londen Bridge', 'The Grotto' en 'Bay of Martyrs'. Die dag waren we er eerlijk gezegd wel weer een beetje klaar mee, haha. Natuurlijk, het was prachtig, maar na drie dagen is het wel van 'oh weer een strand, weer een rots'. Stom hoe snel zoiets normaal wordt. Op zulke momenten moet je wel even beseffen dat het misschien tijd wordt voor iets anders, anders kun je er niet meer van genieten, en dat is zonde.

We besloten die dag dan ook maar tot het middaguur bij de Great Ocean Road te blijven. Onze volgende bestemming was het huis van een vriend van mijn Duitse reismaatje. Een Duitser die tijdelijk in Australië woont voor werk. We konden daar overnachten (Yes eindelijk weer in een echt bed slapen!) en hebben de rest van de dag met hem doorgebracht. Hij nam ons eerst mee naar een paardenwedstrijd. Alleen toen we daar aankwamen was het helaas al afgelopen, we waren vijf minuten te laat, shit. Maar niet getreurd, onze volgende ritje was naar de Gramphians, een nationaal park. We zijn naar de top van een berg gereden met prachtig uitzicht (Bandra lookout), hebben watervallen gezien (Mackenzie falls) en hadden fish and chips als avondeten. Ik heb haai gegeten, jaja. En toen was daar een veld vol met kangoeroes. Iedere avond met zonsondergang komen ze uit zich zelf daar naar een groot grasveld toe om gras eten, heel gaaf om te zien. Ze leven in het wild, maar je kon merken dat ze gewend zijn aan mensen, want ik kon er eentje zelfs aaien. Ja dan smelt ik toch wel een beetje hoor.

En dooooooor. Op welke dag we nu zitten ben ik even kwijt, maar we hebben in ieder geval de hele dag gereden om in Adelaide aan te komen. Onze derde grote stop! De dag daarna hebben we een beetje door Adelaide gewandeld, een leuke stad, maar niet bijzonder veel te doen in de stad zelf. Zoals in bijna elke stad had je hier ook weer een China town, National Art Gallery, kerkjes en een markt. Na een paar uurtjes zijn we verder gereden naar Port Pirie. Nog maar een paar uur verwijderd van de Outback!

De Outback. De woestijn van de Australië. Het afgelegen gebied, met de red centre, de middle of nowhere, waar je honderden kilometers lang niemand tegenkomt, geen winkel of benzinepomp te vinden is, en je dus helemaal op jezelf aangewezen bent. Waar het meer dan 50 graden kan worden. Mensen maken je er bang voor en waarschuwen je, er zijn gevaarlijke dieren, je kan oververhit raken, autopech hebben en ga zo maar door. En dat gingen wij dus als twee meisjes eventjes doen met onze 'Tif' (Tiffany, de naam die we onze auto gedurende de reis hebben gegeven). Hoe spannend en gaaf was dat? Onwijs!!! Echt, de Outback was definetely het hoogtepunt van onze trip. Uren en uren rijden, met enkel een paar tegenliggers. En je kan zo ver blijven kijken, het uitzicht is oneindig. En natuurlijk gingen we goed voorbereid op reis, we hadden liters water bij ons, een extra jerrycan benzine, motorolie, kilo's blikvoer en gingen zowat bij elke benzinepomp onderweg tanken, we wilden niet het risico lopen om ergens vast komen te staan. We voelden ons wel stoer, motorkap open, koelvloeistof en olie checken, druk op de banden. Let's go!

Onze eerste stop was Coober Pedy. Dé opaalhoofdstad van de wereld. Opaal is een gesteente dat ze hier uit de mijnen halen. Het bijzondere aan dit stadje is dat het leven zich grotendeels onder de grond afspeelt. Mensen leven hier zelfs onder de grond. Dit omdat de temperaturen hier zo hoog oplopen, dat het gewoon een stuk koeler en dus fijner is om onder de grond te leven. In eerste instantie zouden we hier onder de grond gaan overnachten, maar dat ging helaas niet meer door. Wel zijn we eventjes ondergronds geweest in een museum. We vonden een plekje om te kamperen, trokken een koud biertje open, en genoten al zwetende van het mooie woestijnlandschap. We waren zowat al aangeschoten na één biertje van de vermoeidheid en de hitte. En zo genoten we van de rest van de avond en de ondergaande zon.

Omdat we geen 4x4 auto hadden, konden we niet offroad gaan. Er was dus eigenlijk maar een grote asfalt weg die we konden volgen, verdwalen gaat dan gelukkig niet zo makkelijk. Onderweg zie je heel veel dode kangoeroes liggen. Dit omdat sommige mensen toch in het donker rijden (wat wij niet deden) en dan de dieren doodrijden die actief worden in de nacht. In het begin akelig, maar ook daar wen je snel aan. Gelukkig waren er ook veel levende dieren in het wild te zien! Zo stak er een kudde paarden de weg over, stonden er koeien en schapen langs of op de weg en vliegen er kaketoes wél optijd weg voor je auto. De dieren snappen alleen het idee van een weg niet en steken dus blindelings over. Goed opletten dus. Bizar ook in Australië is dat de fietsers gewoon op de snelweg fietsen, ja echt waar. En er zijn zelfs mensen die de Outback op de fiets doen. Verder heb je de zogenaamde 'roadhouses' in de Outback. Stel het een beetje voor als een café uit zo'n wilde westen film. Zo'n oud bruin café, met een klein supermarktje en een benzinepomp. En dat is dan ook zowat het enige teken van leven eens in de zoveel honderd kilometer. Een ander fenomeen is de roadtrain (mannen, ken je misschien wel van discovery channel?) Een mega vrachtwagen die wel 50 meter lang kan zijn en daarmee dus op een trein lijkt. En die monsters rijden dus door de Outback, gezellig! Zeker ook als je er een in gaat halen. Papa zou het geweldig gevonden hebben!

Op onze tweede dag in de Outback kwamen we al aan bij Uluru/Ayers Rock. Als je niet weet wat het is, Google dan "Australië" en het is waarschijnlijk een van de eerste plaatjes die je tegenkomt. Dit mag je gewoon niet missen als je naar Australië gaat, vind ik. Het is die ene grote rode rots weet je wel. En EINDELIJK had ik mijn eerste echte wauw momentje in Australië toen ik deze beauty zag, echt heel indrukwekkend. Alles is wel heel mooi in Australië, maar ergens voelde ik het nog niet helemaal. Nou toen wel! En toen zagen we hier ook nog eens de zon ondergaan, perfect gewoon. Omdat je niet zomaar overal in het national park mocht kamperen, kozen we een spot net er buiten om te overnachten. Wordt er om een uur of twaalf 's nachts op het raam van de auto geklopt, is het de politie! Ze zeiden dat het daar niet veilig genoeg was dus escorteerden ons naar een camping in het national park. Je maakt het mee haha.

De dag daarna was het 26 januari, oftewel Australia day (Straya day)! En wat is er nou meer Australisch dan op die plek te zijn? We stonden om half vijf 's ochtends op om de zonsopkomst van Uluru/Ayers Rock en Kata Tjuta (een andere rotsformatie in de buurt, letterlijk betekent het 'veel hoofden') te zien (bij Talinguru Nyakuny Tjaku) en hebben daar de Walpa George walk gedaan tussen de rotsen en zijn naar de Dune viewing gegaam. Omdat het al snel meer dan 40 graden is, doe je vooral alles in de ochtend en hou je je kalm de rest van de dag. 's Middags gingen we daarom naar het cultural centre om meer te leren over de Aboriginals. Want nee mam, het zijn echt niet zulke gevaarlijke bosjesmannen als jij denkt, het zijn hele interessante mensen! Die avond hadden we geen politie meer op ons dak en hadden we zelfs een kampvuurtje!

De volgende dag gingen we naar Alice Springs. Waarschijnlijk gaat er dan eerder een belletje rinkelen bij mensen van mijn ouders generatie, met televisieprogramma's en de Flying Doctors enzo, maar eerlijk gezegd vond ik het niet zo bijzonder. Maar toch leuk om geweest te zijn, er hing wel een relaxte sfeer. De dag daarna zouden we weer terug gaan rijden, want we hadden onze uiterste bestemming bereikt, dus sloten we dag relaxed af bij een mooi meertje tussen de rotsen (Ellery Creek Big Hole).

Dan de terugweg. Die dag was ons doel om terug te rijden naar Coober Pedy, het opaalstadje van de eerste dag. Dus wij vroeg opstaan en gaan met die banaan. Maar na twee uur rijden hoorden we opeens een raar geluid onder de auto, alsof er iets op de grond hing wat we meesleepten. Wij dus stoppen, onder de auto gekeken, maar niks te zien. Dus wij weer verder rijden, want we hoorden het geluid ook niet de hele tijd, alleen als we wat langzamer reden. Alleen toen raakte de auto opeens oververhit en ging het rode lampje van de accu branden. Oh oh. Snel de auto langs de kant gezet. En toen, ja wat nu? Geen bereik met onze telefoons, niemand in de verre verte te bekennen en wij hadden beide geen verstand van auto's. Dan maar wachten tot de eerst volgende auto voor hulp. Geen idee hoe lang dat nog kon gaan duren. En toen keek ik voor de grap even onder onze auto, zie ik daar een zwarte rubberen band/riem onderuit hangen. Oh oh, dat beloofde niet veel goeds haha. Gelukkig kwam daar na een kwartiertje ofzo onze redder in nood! Nee geen knappe gebruinde surfdude, maar een oude Australiër met een bouwvakkersbilspleet, blote bierbuik en een sigaret in zijn mond. Afin, we waren al blij dat er iemand was! We lieten de auto achter en hij gaf ons een lift naar het eerst volgende roadhouse, zo'n 20 kilometer verderop. Daar hadden we geluk mee, voor hetzelfde geld was het 200 kilometer geweest.

Daar aangekomen ons autoverhuurbedrijf gebeld en wachten maar op road assistance. Bleek het dat we toevallig aangekomen waren bij het enige bedrijf in de verre omgeving die auto's kon wegslepen. Hadden we geluk mee. Ik dus met zo'n mannetje de auto opgepikt. Wat best wel cool was, want ik mocht er auto op de takelwagen sturen en al, ook een ervaring haha. Het was anders ook maar saai geweest als alles goed was gegaan met de auto al de tijd, toch? Wat ze trouwens zeggen over de Outback is echt waar, ze zien je al vanuit de verte aankomen en weten haast al voordat je het zelf weet, waar je naar toe gaat. Hier ook het geval. De mensen van de roadhouse wisten al dat we autopech hadden voordat we zelf iets gezegd hadden haha. Lang verhaal kort, we zaten uiteindelijk vier dagen lang vast bij het roadhouse, want we moesten wachten op onderdelen uit Alice Springs. De v/fan/fead belt was een soort van geëxplodeerd waar alles mee in connectie was, vandaar ook dat de auto oververhit raakte. Geen idee of dat jullie iets zegt.

In ieder geval maakten we er maar het beste van tussen de Australische cowboys, want dat waren het echt. De eerste avond vroegen ze ons namelijk al of we mee kangoeroes wilden doodschieten, wat ik toch maar afgeslagen heb. Er was een zwembad, ik had eindelijk tijd om mijn boek uit te lezen en in de avonden luisterden we naar wat sterke verhalen onder het genot van een biertje. Toen het ging regenen zeiden ze bijvoorbeeld "ohja nu komen de slangen te voorschijn. Zie je die vogel daar? Nog een teken dat de slangen komen." Loopt er een spin over de tafel heen (die wat mij betreft op een hooiwagen/langpootmug leek), zeggen ze tussen neus en lippen door "oja die is dodelijk", waarna ze hem oppakten, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. "Die hebben we graag in onze huizen, want hij eet de redback spider (mega gevaarlijke spin) op". De spin bleek dus niet gevaarlijk te zijn voor mensen, omdat hij ons niet kon bijten. Pfieeww. "Oja, wil je nog een schep hebben? Kun je een slang vermoorden mocht je er een tegen komen bij je tent". Wat een geruststellende gedachte. We besloten maar in de auto te slapen vanaf toen, haha. Die dagen zijn we nog een paar keer gaan wandelen. Een keer daarvan gingen we naar de "pregnant rock", een heilige rots in het vrouwengebied van de aboriginals. Deze rots wordt als staart van een slang gezien en is bijna net zo belangrijk als de Ayers Rock. Maarja het schijnt dus dat je daarna zwanger wordt na hem beklommen te hebben. Uhm, laten we hopen van niet. Tijdens een andere wandeling kregen we nog een kudde koeien achter ons aan. Als zelfs de locals gaan rennen, dan is het echt gevaarlijk, dus we zetten het ook maar op een sprintje en wisten de koeien gelukkig af te schudden. Nog een grappig detail, de roadhouse heette "Kulgera", wat in de taal van de Aboriginals "vagina" betekent. Okeeeee dan xD Een avond vroegen ze ons ook nog mee voor een kampvuur. Dus ik denk oh gezellig, om een klein kampvuurtje heen zitten. Wat doen zij? Hoppa een tank vol benzine op een grote hoop takken gooien en toen was daar een mega vuur. Lekker lomp, voor hetzelfde geld hadden een bosbrand gekregen, kan makkelijk met die droogte daar. Maar ach, ze wisten vast wat ze deden, haha. Het was een super toffe avond geweest. Onze laatste gestrandde dag bij de roadhouse sloten we nog spectaculair af. Ik zag een huntsmanspider en een slang! De slang was de "Western Brown", de vijf meest giftige slang in de wereld en staat op nummer 17 vam de 25 dodelijke slangen in Australië, werd ons verteld. Als die je bijt, ben je binnen 1.5 uur dood. Want ziekenhuizen zijn al meer dan 3 uur rijden, dusja dan ben je gewoon de sjaak. Die slang zat waarschijnlijk al een paar dagen onder de statafel te chillen, naast de picknick tafel waar ik al een paar dagen voor de wifi zat. En was even met zijn kop onder de tafel uitgekomen en daardoor gespot. Ik moet maar niet te veel nadenken over wat er zomaar had kunnen gebeuren. Uiteindelijk wist een heldhaftige cowboy hem te vangen. Die avond hebben we nog een kamelen burger gegeten (jummy) en was er ook nog de super blue blood moon. Die jullie niet in Nederland konden zien, lekker puh. Het was heel uitzonderlijk en komt maar eens in de zoveel tijd voor. Heel cool om die in de Outback te aanschouwen!

En toen was die donderdag ochtend eindelijk onze auto gerepareerd! We konden terug rijden! Na drie dagen vele uurtjes rijden kwamen we weer aan in Sydney. Tijdens die dagen was ik ook nog eens jarig, en hebben we taart gegeten en kaarsjes uitgeblazen. 23 alweer. Jezus wat een oud wijf. Ik heb een paar nachtjes in Sydney doorgebracht bij het hostel waar ik voorheen werkte en vloog toen de 6e naar de Oostkust in mijn eentje!

Omdat ik stranden wel mooi vind, maar er na een tijdje wel weer op uitgekeken ben, besloot ik niet de hele oostkust te doen, maar alleen het stukje van Whitsundays naar Cairns. Bij Whitsundays heb ik een dagtripje gedaan. We zijn twee keer gaan snorkelen (bij Mantaray Bay en Peters Bay) en hebben Whitehaven beach bezocht. Snorkelen vond ik echt super vet want had ik nog nooit eerder gedaan, plus dit was bij de Great Barrier Reef, hét grootste koraalrif ter wereld! Heel mooi koraal gezien en tussen honderden visjes gezwommen (in het "Aquarium"). En de tourguides vonden het natuurlijk alleen maar leuk om precies voer te gooien waar wij zwommen dus de vissen zwommen zowat tegen je gezicht aan. En dan had je ook nog "George". Een mega grote blauw/groene vis van een paar meter lang en 50 kg zwaar ofzo. Die dan perongeluk tegen je aanbeukt in het water. Tof man. We sloten de dag af bij Whitehaven beach, het mooiste strand van Australië, met parelwitte stranden en super helder blauw water. Een plaatje hoor. Dit alles de hele dag in een sexy stingersuit, omdat je anders niet in de zee kan zwemmen vanwege de giftige kwallen. Maar what about mijn grote teen dan? Mijn voeten, handen en gezicht waren niet bedekt, het kan aan mij liggen hoor, maar ik kan volgensmij dan nog steeds gestoken worden.

Na een paar dagen ging ik verder naar Magnetic Island. Een eiland vol koala's. Ik koos er niet voor om de toeristische 'Kijk mij ik hou een Koala vast - tour" te doen, maar maakte een wandeling waar de koala's gewoon in het wild te spotten waren, veel leuker en beter voor de diertjes. Verder heb ik daar gerelaxed op het Horse Shoe bay strand, Lori papegaaien gevoerd en bier gewonnen met een trivia avond. Mijn bijdrage aan goede antwoorden was dat ik wist dat Spongebob in Bikinibroek woonde. Ik was trots op mezelf.

Mijn volgende stop op de Oostkust was Misson Beach. Ik ging er heen om even de tijd te hebben om wat te regelen voor Azië maar eigenlijk is het een Skydive en Rafting plek. Na twee dagen ging ik dan ook weer verder naar Cairns. De eindbestemming voor velen van hun Oostkust trip. Ook voor mij. De stad is niet heel bijzonder maar er is veel in de omgeving te doen. Zo heb ik met drie Nederlandse meisjes afgelopen zondag een kanarie gele auto gehuurd (mooi geel is niet lelijk) om naar Port Douglas, Cape Tribulation en het Daintree forest te gaan, volgens de Australiërs het oudste regenwoud ter wereld. Het was prachtig om door heen te rijden en te wandelen. Helaas of gelukkig (ik weet het niet zo goed) geen krokodillen of cassowary's gespot. Er staan dus bordjes waarmee ze doodleuk mededelen dat we in krokodillen gebied zitten. Krokodillen zitten daar dus gewoon in de zee en je moet dus een paar meter van het water vandaan blijven. Best spannend dus om daar in het regenwoud rond te lopen. Geen idee wat ik zou doen als ik oog in oog zou komen te staan met een krokodil. Maar dat houdt het een beetje spannend, nietwaar?

Ondertussen heb ik een lamme hand gekregen van al dat schrijven, het lijkt godsamme wel alsof ik drie uur lang heb lopen pennen op een tentamen! Maar dat gaan we pas weer in september doen als ik aan mijn master begin. Voorlopig kom ik nog niet naar huis. Next stop is Indonesia! Ik vlieg vanavond naar Bali en blijf dan ongeveer twee maanden in Indonesië. Daarna ga ik waarschijnlijk nog een paar maanden naar andere landen in Azië. Ik ben benieuwd, zal wel even wennen zijn na het 'Westerse' Australië. Ik snak naar de cultuur die ik hier een beetje miste. Australië was niet 'mijn' land maar heb een geweldige vier maanden hier gehad!

Ik zal jullie op de hoogte houden van mijn cultuurshock, of ik het pittige Aziatische eten aankan of bijna opgegeten word door een komodovaraan, oftewel: ik kan niet wachten!

Liefs, Marleen

5 Reacties

  1. Geeske:
    20 februari 2018
    Zó, dat was me een verhaal zeg. Gelukkig is het nooit saai met jou!!! Veel plezier in Azië en we horen hopelijk snel weer van je. Dikke kus en doe voorzichtig!!!
  2. Gerry:
    20 februari 2018
    Hahahaha aangehouden worden door de politie omdat je te langzaam rijdt. Kan ook alleen jou overkomen he xD je hebt stiekem veel meegemaakt joh in die paar weken! Ik ben heel benieuwd hoe je Azië gaat vinden :D xxxxxxxx
  3. Josette:
    20 februari 2018
    Mooi om te lezen.Die aboriginals heb jij waarschijnlijk niet gezien om dat ze verstopt zitten in de bosjes.Nog maar eens die film van crocodile Dundee terug kijken 😜Pas goed op jezelf en goede reis naar Bali xxxxmama
  4. Twinbroer:
    20 februari 2018
    Tja dan kun je nog zo'n wereld reiziger zijn, maar je rijstijl zal nooit verbeteren :P Have fun en ik spreek je nog wel.
  5. Tante Françoise.:
    22 februari 2018
    Weer genoten van je reisverslag, wat zeg je het toch weer netjes... 'Mensen van mijn ouders generatie...', stoer hoor als ik zo lees wat je allemaal ondernomen hebt. Veel plezier in Azië.
    Liefs, tante Françoise.