No picture

15 april 2018 - Ketambe, Indonesië

Gezegd wordt dat ze bloed van kilometers afstand kunnen ruiken. Ze bewegen zich sneller voort dan de mens. Een giftige beet kan dodelijk zijn, ziekenhuizen met tegengif bevinden zich immers niet om de hoek op een eiland. Tja, been afhakken dan maar. Ze houden er van om hun slachtoffer een paar dagen zien te creperen voordat ze hem opeten. Families verslinden elkaar, want ouders herkennen hun eigen kinderen niet. De jonkies zitten in bomen, de ouderen op het land of in het water. Het zijn de grootste hagedissen ter wereld en komen op slechts enkele plekken nog voor in het wild. En deze beesten, lieve mensen, heb ik in het echt gezien in Indonesië: de komodo varaan, hier ook wel komodo dragon genoemd. Hoewel dat van dat bloed waarschijnlijk een fabeltje is, zorg je als vrouw er toch wel voor dat je niet naar dit eiland gaat als je ongesteld bent. Je zal toch maar een komodo varaan in je... Dat wil je niet. Om dit alles te voorkomen ga je natuurlijk met lokale gidsen het eiland op, zij zullen je heldhaftig tegen deze monsters beschermen, en gebruiken daar zwaar geschut voor. Een houten takje maar liefst! Ik vroeg nog aan de gids of die tak wel eens brak. Oja, dat gebeurde wel eens, zei die doodleuk. Gelukkig had ik op het internet nog gelezen dat als ik een komodo varaan achter me aan had, ik altijd nog in zig zag patronen kon gaan redden.

Dit ging helemaal goed komen.

En nee, ze zaten niet achter een hekje mama.

Deze komodo trip maakte ik begin maart, nadat ik een vlucht had genomen van Kuta in Bali naar het havenstadje Lubuan Bajo in Flores. Het was een vierdaagse boottrip vanaf het eiland Flores die eindigde op het eiland Lombok. En ja, ik kan niet anders zeggen dan dat dit fantastisch was. Als echte Nederlander kwam ik braaf om zeven uur 's ochtends aan op de afgesproken plek. Ik werd naar de haven gebracht maar zag alleen maar locals op de boot. Hmm, zouden er dan echt maar vier mensen in totaal mee gaan met deze trip zoals mij de dag van te voren verteld was? Dat leek me sterk. Ruim een half uur later kwam er een ander meisje aan. Ook Nederlands. Typisch weer dat alleen de Nederlanders optijd waren. En ja hoor, uiteindelijk kwamen er een uur later een groep van zeven Spanjaarden aankakken, een Duits koppel en een Zweed. Blijkbaar hadden zijn een hele andere tijd te horen gekregen. Uiteindelijk vertrok de boot rond half negen. Tja, tis en blijft Azië hè.

De trip begon die dag spectaculair. We gingen al meteen de twee eilanden met komodo varanen bezoeken. We startten op het eiland Rinca, waar zo'n 1500 komodo varanen zitten. In het kort legt de gids ons het een en ander uit, en dat we goed bij elkaar moeten blijven. Ja meneer de gids, graag zelfs. Het duurde niet lang of we spotten al de eerste komodo varaan. Een kleintje, chillend in het dorpje. De kleintjes zijn niet minder gevaarlijk, en gewoon net zo dodelijk. Niks schattigs aan dus. Leuk, maar nog niet super angstaanjagend of indrukwekkend. Dit gevoel kreeg ik wel toen we na een paar minuten verder lopen op een grotere groep reusachtige varanen stuitten. Wauw. Wat was dit vet! De adrenaline gierde door mijn lijf. Hoe bizar is dit, ik sta gewoon een paar meter van levensgevaarlijke dieren vandaan. Dit maak je maar een keer mee in je leven. Alsof je in de prehistorie met dinosaurussen beland bent. Ze kijken je doordringend met hun ogen aan, alsof ze je ieder moment aan gaan vallen, maar blijven doodstil liggen, soms openen ze hun bek, vol met bloed en kwijl. En als ze bewegen, is alles slow motion. Langzaam, maar oh zo dreigend. Helemaal op mijn gemak stond ik daar niet kan ik je vertellen. Ik dacht nog, zul je zien, staan wij hier doodleuk met zijn alleen naar een groep varanen te kijken, valt er eentje ons van achteren aan. En ja hoor, ik kreeg nog gelijk ook! Gelukkig zag een van de gidsen het optijd en wist de varaan weg te jagen. Yes, still alive. Of we nog op de foto wilden met de komodo varaan? Ga hier maar zitten met je rug naar de komodo varanen toe, wij beschermen je wel met onze takjes. En ik deed het nog ook. Of het een mooie foto is geworden? Mwa, ik scheet zeven kleuren stront en dat is wel te zien aan mijn gezicht. Daarna liepen we nog wat verder over het eiland en genoten we van ansichtkaart achtige uitzichten. Toen werd het tijd om naar het tweede eiland te gaan; Komodo eiland, met zo'n 1200 Komodo varanen. Hoewel dit eiland een stuk toeristischer was, was het nog steeds super vet om nog meer Komodo varanen te spotten. Dit keer gingen de gidsen echter de komodo varanen uitdagen door takjes etc . naar ze te gooien, waardoor de varanen actiever en agressiever werden. Had van mij niet gehoeven, maarja ze dachten vast, alles om te toeristen te entertainen... We eindigden onze eerste dag bij Pink Beach (roze vanwege het koraal) dat helemaal niet zo pink meer is, maar ach, het snorkelen en de zonsondergang waren super mooi.

Op dag twee werden we vroeg ons bed uitgetrommeld voor de zonsopkomst op Padar Island. Zonder ontbijt en met mijn slaapkop de heuvel op, je moet er iets voor over hebben. Natuurlijk was dit het dubbel en dwars waard en gingen we vol energie verder naar onze volgende bestemming; Manta Point. Een plek in de zee waar veel mantaroggen zich bevinden. Een garantie dat je ze ziet, is er niet, het blijft de natuur. We moesten in onze zwemkleding klaar gaan staan op de rand van de boot, snorkel paraat en als de kapitein 'jump' zei, moest je meteen vanaf de boot de diepe zee inspringen, tussen de mantaroggen. Ja doe dat maar even. Ik vond het stiekem best wel spannend. Maar zette mijn angst opzij toen het zo ver was, en plons, daar lag ik als tweede in het water. En wat hadden we een geluk, we zwommen tussen meer dan 30 mantaroggen. Kun je het je voorstellen? Soms zwom ik in mijn eentje met wel 10 mantaroggen om me heen. Links, rechts, boven, onder me. Het was zooooo bijzonder. En die beesten zwemmen heel langzaam, heel magisch. Alsof de tijd even stil staat en je alleen in een andere wereld bent. Ook hebben ze een hele grote bek die wagenwijd openstaat. Mantaroggen zien je volgensmij pas op het allerlaatste moment als ze op je af komen, dus soms leek het wel alsof ik zo hun bek in kon zwemmen. Oh en af en toe moest ik echt mijn benen intrekken, anders stond ik gewoon op ze, oppassen dus xD Na deze geweldige ervaring had ik het snorkelen goed te pakken. Op Gili Laba mochten we namelijk nog een keer snorkelen, maar de meesten hadden geen zin en bleven op de boot. Mooi niet dus. Hup daar ging Marleen weer met haar snorkel. En het leuke was nog dat ik een schildpad én Nemo zag onderwater. Lekker van genoten in mijn eentje.

Dan dag drie. In de ochtend stond het beklimmen van een waterval op Moyo eiland op het programma. Nogal tricky eigenlijk, in je bikini op spekgladde stenen, want je kon ieder moment naar beneden flikkeren. Maar ja, ik wilde het ook niet missen en het ging wonder boven wonder allemaal goed. Eenmaal boven aangekomen trakteerde de natuur ons nog op een natural pool, dus het was mijn leven wagen waard geweest. De rest van de dag hebben we heel wat uurtjes gevaren, omdat we immers in Lombok moesten aankomen. Op Kanawa eiland snorkelden we nog voor een laatste keer en beklommen we een heuvel voor wederom een mooi uitzichtpunt. En tja, toen was de boottrip zo goed als voorbij. De volgende dag, dag vier, zouden we aankomen op onze eindbestemming en zou iedereen zijn eigen weg weer gaan. Maar wat was het gaaf, alles wat we gezien hebben, de zee, de wind, het zonnetje, schommelingen van de boot, doe mij nog maar zo'n week!

Aangezien ik na deze trip naar Java wilde gaan, moest ik vanaf Lombok weer eerst terug naar Bali. Twee ferries en heel wat bussen later kwam ik aan in Banyuwangi, Java. De plek voor de Kawah Ijen vulkaan. Voor degenen die nog nooit in Azië zijn geweest, bussen zijn hier echt niet hetzelfde als in Nederland. Ze vallen hier gewoon bijna uit elkaar. Gesloten deuren? Dat kennen ze hier niet. Stopknopjes, amehoela. Hier tikken ze met een muntje op een ijzeren stang wanneer iemand er uit wil. Je kan ook dan echt overal op ieder moment uit de bus, bushaltes zijn zeldzaam. Alles en iedereen kan mee. Dieren zoals kippen heb ik nog niet gezien, maar zakken uien, trossen bananen, je oma, noem maar op. En als je denkt dat de bus vol zit, kan er altijd nog wel iemand bij en worden er krukjes in het gangpad gezet. Er is natuurlijk een buschauffeur (duh) en dan heb je nog het mannetje die het geld regelt en zorgt dat de mensen in en uit kunnen stappen. Nouja dat dus, weet je ook weer hoe dat werkt. Waar was ik gebleven? Oja, ik was in Banyuwangi. Vanaf het moment dat ik in Java was, voelde ik me net een beroemdheid. Iedereen, maar dan ook echt iedereen wilde met me op de foto. Alsof ze nog nooit zoiets gezien hadden, of ik een buitenaards wezen was, mensen werden verlegen als ze me zagen, maakten stiekem een selfie met me in de bus, of niet stiekem, maar 100 foto's terwijl ik gewoon rustig mijn lunch wilde opeten. Een meisje klampte me zelfs vast om mijn middel en liet me haast niet meer gaan. Waarna ze op facebook zo'n 20 foto's van ons samen plaatste met de tekst 'best friends'. Mijn god. Dat was me even een partijtje ongemakkelijk. Ook is Indonesië soms net Wie is de Mol. Niets is wat het lijkt. Vaak beloven of adverteren ze met dingen die ze nooit nakomen. Groot uithangbord met 'free wifi', en ook op internet aangeven hebben dat er wifi is. Kom je bij zo'n accommodatie aan, vraag je 'wifi?', krijg je vaak het antwoord 'no wifi', alsof je iets heel geks gevraagd hebt. Ik merk dan nog even op waarom ze het dan überhaupt zo groot op het bord zetten. Tja daar hebben ze dan vaak geen antwoord op. Waar wil je heen met dit verhaal zul je denken? Nou dit is waarom ik de eerste nacht geen wifi had in Banyuwangi (wat een ramp zou je zeggen maar is toch verrekte handig op reis). Dag twee wilde ik dan ook naar een andere plek waar wel wifi zou zijn; 'Java Homestay'. Ik een lokaal busje daar naar toe. Weet je waar het is? Vroeg ik de chauffeur meerdere malen, ja ja hij wist waar het was. Nou niet dus. Maar ze zijn te trots natuurlijk om dat toe te geven, en blijven maar rond rijden en rondvragen. Hij vergat zijn slippers nog ergens dus daar moesten we ook weer voor terugrijden. Toen ontstond er ook nog wat verwarring over de naam, want hij probeerde me te droppen bij 'Java Sunshine Homestay' i.p.v. 'Java Homestay'. Wilde ie ook nog meer geld omdat hij me nu verder moest brengen dan hij dacht, en anders zou die me bij het trein station afzetten. Ah, ah daar trapte ik mooi niet in. Dat was niet mijn fout. Ik hield voet bij stuk en uiteindelijk kwam ik bij de plaats van bestemming aan. Waar dus ook geen wifi bleek te zijn. Are you kidding me? Je kan ook nergens van op aan hier hè xD

Na al dit gedoe ging ik dan eindelijk doen waar ik voor gekomen was, de Kawah Ijen vulkaan beklimmen. Ik huurde een scooter via een supermarketje (kan gewoon) en reed vroeg in de ochtend weg. Na een mooie route van iets meer dan een uur door de rijstvelden en koffie- en thee plantages kwam ik aan bij de voet van de vulkaan. Niet wetende dat dit een van de vetste dingen zou worden die ik ooit gedaan heb. De meeste mensen gaan 's nachts naar de vulkaan om 'the blue fire' te zien, dus die kwamen in de ochtend al weer naar beneden gelopen. Ik had dus het rijk voor mij alleen. Bijna geen andere toerist ging nu nog naar boven of daalde af, de krater in. Het was een geweldige maar ook vermoeiende wandeling van een uur of vier. Maar wat ik deed, was nog niks vergeleken met wat de locals moeten doorstaan. Het is namelijk een vulkaan waar zwavel gewonnen wordt. En de locals moeten met meer dan 90kg zwavel op hun rug (lijkt op geel piepschuim) de vulkaan op en afdalen. En daar verdienen ze dan maar een paar euro per dag mee. Ongelofelijk. Hoe zwaar en bizar werk dat is. En dan loop ik te zweten en te hijgen zonder al die kilo's te tillen. Diepe respect voor die mannen. Maar wat een ongezond werk ook. Ik liep daar, gelukkig, met een gasmasker op, al wat zij hebben is een lapje stof voor hun mond. Dat kan niet gezond zijn. Oud zullen ze in ieder geval niet worden.

Een vulkaan gehad, op naar de volgende dan maar, de Bromo vulkaan! Hiervoor moest ik eerst naar het plaatsje Probolinggo. Omdat ik geen treinticket meer had kunnen bemachtigen moest ik noodgedwongen met de bus. Nou, dat heb ik geweten. Ik vertelde je al hoe zo'n bus een beetje werkt. Nou, dit was nog tien keer erger. Ik was de enige westerling tussen alle locals dus viel nog al op. Muzikanten kwamen binnen tijdens de busrit, ik kreeg een onbekende envelop op mijn schoot geworpen (bleek later dat ik hier geld in had kunnen doen voor gehandicapten), verkopers wilden je vanalles aansmeren en er kwamen alleen maar meer en meer passagiers bij dus op een gegeven moment zat ik met mijn beide tassen op schoot en stak alleen nog maar mijn koppie er boven uit. Moet vast een grappig gezicht zijn geweest. Het werd nog leuker toen we op een gegeven moment bij een busstation stopten. Iedereen stapte de bus uit. Ik aarzelde een beetje. Shit, wat moet ik nu doen. Hier klopt iets niet. Ik uiteindelijk ook maar de bus uitgestapt, want ja, wat kon ik anders doen? Gelukkig was er een lief Indonesisch vrouwtje die de hele busrit al naast me had gezeten, die me probeerde te helpen. Ze sprak geen woord Engels maar gebaarde me dat ik bij haar moest blijven. Allerlei mannetjes riepen naar me dat ik naar een bepaalde bus moest gaan, maar dat voelde niet goed. Ze werden boos op dat vrouwtje en tikten haar kwaad op haar arm. Ik denk dat ze me meer wilden laten betalen voor een andere bus, dus dat vrouwtje heeft me echt geholpen en stond daar hartstikke stevig in haar schoenen, zich staande te houden tussen al die agressieve mannen om mij, een toerist te helpen. Wat onwijs lief. Ik besloot maar bij haar in de buurt te blijven. We stapten samen in weer een andere bus, waar behalve wij twee nog maar een andere passagier zat. Er werd knoeiharde verschrikkelijke Aziatische karaoke gespeeld (en dan steeds 5 dezelfde liedjes) en mijn hoofd stond op springen. Mijn blaas trouwens ook, na al die uren zonder toilet. Snel even naar de wc en hup terug naar het vrouwtje, ik mocht haar niet uit het oog verliezen. Thank god was ze er nog toen ik terug kwam. Al met al hebben we een uur ofzo stil gestaan daar voordat we weer verder reden. Weer wat uurtjes later ben ik bijna waar ik moet zijn, misschien nog maar 20 min van Probolinggo vandaan. En dan denk je dat je alles gehad hebt, klappen er twee banden van de bus. Nee. Dit kan niet waar zijn. Dus allemaal de bus uit en wachten in de berm tot de banden gemaakt zijn. De hele busrit heeft me uiteindelijk 10 uur gekost i.p.v. de 4/5 uur die het normaal zou moeten duren. Je maakt het mee hier.

Noodgedwongen bleef ik dus maar een nachtje slapen in Probolinggo en kon ik pas de volgende ochtend naar het spookstadje Cemoro Lawang, voor de Bromo vulkaan. In het busje daar naar toe ontmoette ik wat leuke mensen waarmee ik later die middag de vulkaan beklom. Via een 'geheime paardeningang' liepen we door de 'sea of sand', een grote asvlakte, naar de krater. De klim was bij lange na niet zo zwaar als de Ijen vulkaan, dus we waren binnen een mum van tijd aan de top. Maareh, vulkaan, waar ben je dan? Het was zo bewolkt/mistig dat we amper iets konden zien. Hmm jammer. Gelukkig vingen we af en toe een glimp van de vulkaan op in de paar seconden dat de wolken weg waren. Je hebt gewoon niet altijd geluk. Die nacht stonden we om drie uur op om dit keer de Bromo met zonsopkomst te bewonderen. Dit was echter wel een zware klim, met je hoofdlampje in het donker de omliggende bergen op. We wilden naar een van de hoogste viewpoints toe, King Kong, waarbij je ook wel als een aap de rotsen op moest klauteren. And we made it! We kwamen optijd aan voor de zonsopkomst, en hoewel we nog steeds pech hadden met de bewolking, was het een van de mooiste zonsopkomsten die ik ooit heb gezien. Die kleuren van de zon, die dan het hele landschap doen verkleuren, das echt mooi man.

Moe en voldaan ging ik de volgende dag met de trein verder naar Yogyakarta. Dit was een hele mooie treinreis door de rijstvelden heen. Yogyakarta is de culturele hoofdstad van Indonesië. Dit was ook de tijd dat mijn visum voor de eerste maand in Indonesië bijna verliep, dus ik zou mijn visum hier moeten gaan verlengen. Dit kostte vier dagen waarbij ik drie keer naar het immigratie kantoor moest voor allerlei papierwerk, foto's en vingerafdrukken. Nee dit kon niet sneller. Nee dat kon niet allemaal op een dag. Ugh, efficiente was ver te zoeken daar. Met het weekend er nog tussen zorgde dit ervoor dat ik een week in Yogya zat. Leuke plek om zo lang te blijven dus ik had daar geen problemen mee. Bovendien is het altijd wel lekker om even een pauze in te lassen tijdens het reizen. Je gaat altijd maar door en door en van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid dat je soms helemaal kapot bent en minder kan genieten. Reizen is niet altijd zo relaxed als sommigen denken. Je bent altijd onderweg en bezig met plannen. Wat heel leuk is, maar ook vermoeiend. Pauze in Yogya dus! Tuurlijk heb ik ook wat gezien daar, het paleis van de sultan (Kraton) bijvoorbeeld, een plek waar ze Batikken (kunsttechniek op stof met verf), de backpackersbuurt Sosrowaijan en het waterpaleis (Taman Sari) van de sultan. De stad heeft verder een grote hoofdstraat (Malioboro) met allerlei marktjes, wat ook heel leuk was om door heen te lopen. Verder is Jackfruit een vrucht die ze heel veel eten hier, dus heb ik ook het typische gerecht wat hiervan gemaakt wordt (Gudeg) geprobeerd bij een lokaal eettentje. Onomnomnom.

De twee hoofdattracties zijn echter de Prambanan tempel en Borobodur tempel. Een tip, ga nooit in het weekend, want dat was wat ik deed, en dat was echt een beetje naar. Iedereen wilde continu met me op de foto en ik had geen moment rust om zelf van de tempels te genieten. Ik was er dan ook af en toe helemaal klaar mee dat ik soms gefrustreerd riep "no, no, no picture!!" Aaaargggh. Je zal toch maar echt beroemd zijn, wat een zwaar leven heb je dan. Naast deze kleine frustratie, waren de tempels echt prachtig. De Prambanan is Hindoeïstisch en ik was daar op de nationale feestdag van de Hindoes (17 maart), toevallig, waardoor het nog drukker was. Het was het nieuwjaar voor de Hindoes en ook Silence Day. Ik had het beter moeten timen, ik weet het. De Borobodur is een Boeddhistische tempel. De Borobodur maakte meer indruk op me dan de Prambanan. Het had echt iets magisch. Heel veel stoepas en beelden en dit alles in een adembenemend landschap.

Inmiddels had ik ook mijn visum voor een nieuwe maand Indonesië op zak (yeey), en vertrok ik naar Jakarta, de hoofdstad van Indonesië. Ik had er alleen maar slechte verhalen over gehoord dus verwachtte er niet te veel van. Dit was eigenlijk alleen maar goed, want hierdoor vond ik Jakarta eigenlijk leuker dan verwacht toen ik er kwam. Tuurlijk, het is een stink stad, met veel verkeer en het is er ongelofelijk druk, maar het heeft ook zo zijn charme. Verder was het ook wel gek om al die Nederlandse invloeden te zien van de koloniale tijd. Je ziet Nederlandse woorden als gouverneurskantoor op de gebouwen staan, ze hebben een Batavia café waar je bitterballen kon bestellen en een groot plein waar ze rondjes op rijden met een fiets. Ik werd nog een keer of vier geïnterviewd door scholieren en ben naar de Sunda Kelapa haven gelopen. Ik weet het niet helemaal zeker, maar volgensmij was dat de haven waar de Nederlanders destijds met de boot aankwamen.

Voordat ik naar Sumatra ging, was mijn laatste challenge in Java het naar de kapper gaan. Dat is überhaupt altijd een uitdaging in het buitenland, zeker als je met handen en voeten uit moet leggen wat je met je haar wil en het idee hebt dat ze eigenlijk geen idee hebben wat je bedoelt. Stap één was eerst nog eens een kapper vinden, die hopelijk een beetje Engels kon. Ik wilde er geen taxi o.i.d. voor nemen dus besloot maar te gokken op winkelcentra. Daar moesten ze vast kappers hebben. Ik dus te voet op zoek, kwam ik uit bij een markt dat dus niet echt een winkelcentrum bleek te zijn, en maar rondvragen dus. Ik met mijn vingers een schaar uitbeelden en door mijn haar heen, en als mensen me dan begrepen wezen ze me allemaal een andere kant op. Dit schoot niet echt op. Toen ze op de markt op een gegeven moment een schaar bij pakten, geloofde ik niet langer dat dit de plek was waar ik geknipt wilde worden, haha. Uiteindelijk kwam ik na lang zoeken uit bij een kapsalon in een ander winkelcentrum. Allereerst werd mijn haar gewassen, maar dit ging plotseling over in een ongevraagde hoofdmassage. De man ging nogal hardhandig te werk, stak perongeluk zijn vinger in mijn oor en na de massage had ik het idee dat al mijn fontanellen uit elkaar waren geduwd. En toen moest het knippen nog beginnen. De kapper leek erg van zijn werk te genieten en het leek alsof mijn haar zijn kunstwerk was. Hij was erg ambiteus en zwierde om me heen. Knipje hier, knipje daar. Oh shit, dit plukje werkt niet mee. Knip! Shit het werd alleen maar erger. Nog maar korter dus. Ach ja laat ook maar. Wat wax erin, beetje opskeer en klaar is kees. De man had het op zich niet zo erg gedaan, maar het was vooral erg kort en best wel mannelijk. De kapper sloot nog af met de woorden "I like your style, this side man, other half woman" Bedankt hè.

Wat ik geleerd heb in mijn eerste maand Indonesië? Ga nooit voorin de bus zitten want je ziet je leven tien keer aan jezelf voorbijgaan. Dus pakte ik ook het vliegtuig naar Padang, West Sumatra. Inmiddels is mijn tweede maand Indonesië bijna voorbij en zit ik nu in Noord Sumatra, maar hierover later meer!

Groetjes uit de jungle!

Liefs, Marleen

4 Reacties

  1. Gerry:
    15 april 2018
    Groetjessss uit het niet zo spannende nieuwkuijk! :) leuk om weer een verhaal te lezen, ben trots op jou 😘 maar wel ook ff weer een keer terugkomen he, ik moet onderhand nieuwe kleren hebben en daar heb ik jou voor nodig. Dus ja.
  2. Josette:
    15 april 2018
    Je verhalen worden steeds spannender, de eerste zin zorgt al meteen dat je getriggert bent om snel verder te lezen, om te zien waar het in hemelsnaam naar toe gaat. Thriller a la Saskia Noort hihi. En dan die stoere praat....we krijgen een andere Marleen terug straks.......wat een avonturen zeg. Leuk dat ik ook altijd nog even genoemd word in je relaas.....😜 iedereen denkt nu vast oh dat is die overbezorgde, domme moeder van Marleen weer. Op dit moment sta je ergens in de jungle tussen de oerang oerangs, en waarschijnlijk zie je wat familietrekken en hopelijk denk je dan ook nog eens aan ons😉 Oh ja, er zijn nu 6 maanden voorbij.....weet je al wanneer je weer eens deze kant op komt? Je Kadootje hebben we nog steeds ongeopend gelaten, maar we missen je gezelligheid wel hoor. Pas goed op jezelf 😘 mama en papa
  3. Geeske:
    17 april 2018
    Wat een avonturen weer Marleen!!! Het is inderdaad wat jullie mam zei, een spannend boek die je eigenlijk niet weg kan leggen, maar nu moeten we weer ff wachten op het volgende avontuur!!!! Ik kijk er nu al naar uit! Veel plezier en hopelijk toch ook weer tot snel!
    Dikke knuffel Geeske en ook van de kids 💋
  4. Tante Françoise.:
    19 april 2018
    Hoi Marleen, weer erg genoten van je verslag. Ik zie het al helemaal voor me. Bijzonder dat je in Jakarta bent geweest 68 jaar na opa Cor. Is je haar alweer aangegroeid trouwens ;)
    Liefs uit Dalem van ons allemaal.